De bank is een pauzeknop.
De plek waar niets hoeft, die we opzoeken als alle functionele dingen gedaan zijn.
Iets tussen keukentafel en bed in.
Een overgangsmoment tussen zitten en liggen, waar we rusten en waken tegelijkertijd.
Op de bank nemen we geen houding aan, de belangrijkste activiteit is het ontbreken van activiteit.
Hier kunnen we eindelijk ergens in en tegenaan hangen.
We worden gedragen door iets zachts en vertrouwds en worden niet meer bekeken of beoordeeld.
De rollen zijn omgedraaid, nu kijken we vanaf de zijlijn naar andere levens, in de krant, op televisie of in een boek.
Die bank vraagt niets van ons.
We hoeven geen hallo te zeggen of te vragen hoe zijn dag was voordat we met goed fatsoen kunnen gaan zitten.
Zonder te zeuren herbergt hij bovendien de restjes van onze aanwezigheid tussen de naden en kussens.
De mens op de bank raakt los van de context.
We weten niet wat voor werk de personen in kwestie doen, waar ze over nadenken als ze alleen zijn, waar ze bang voor zijn.
We kunnen hele levens op hen projecteren.
Wat ze van elkaar zijn, wie er altijd de hond uitlaat, of ze elkaar nog aardig vinden, of ze het erg vinden om alleen te zijn.
Het fotograferen van mensen op hun bank is een intieme aangelegenheid.
Echt poseren voor een foto op de bank gaat bijna niet.
Het is goed dat de mensen op de foto’s terugkijken.
Geniet, maar projecteer met mate.
Tekst Simone van Hulst